zaterdag 18 augustus 2012

San Juan del Sur

In het Zuid-Westen van Nicaragua liggen verschillen stranden die met de jaren meer bezocht worden, door zowel plaatselijke bewoners als door toeristen. San Juan del Sur is misschien wel het bekendste strand van Nicaragua.







Hier en daar worden er villa's gemaakt door de rijkere mensen.


Gelovig is Nicaragua met heel haar hart. Toch vonden we dat ze het beeld van Jezus een beetje te hard hadden overgenomen van Río de Janeiro.




Er waren verschillende activiteiten beschikbaar voor toeristen. We besloten om is met zijn tweeën te gaan surfen.


De golven bleken perfect voor beginners. De leraar was ook een super goeie gast die met veel passie zijn beroep uitoefende.

Na twee uur les en twee uur in het water, waren we doodop. Onze knieën hadden afgezien, zagen er rood uit en bleven een brandend gevoel geven.
Maar het was een leuke ervaring, zeker om nog is te doen! 

Wally, Willy, Isayda, Evi en Wesley waren ook mee met ons naar San Juan.
Wally had veel plezier van het water en het strand. Willy vooral van het water met zijn wilde golven.



Mijn geliefde zus, Yissela, met haar monstertje, Wally. Wat gaan we hen missen.

Omgeving Masaya

Na een aantal weken in Santo Tomas verbleven te hebben, vertrokken we met tweeën richting Masaya om er de vulkaan te beklimmen. Toen we aan de voet van de vulkaan kwamen, vertelden ze ons dat de vulkaan actief was en we daarom niet te voet naar boven mochten. In het geval dat er iets gebeurde, zouden we dan snel naar beneden moeten kunnen gaan. We konden een dure rit naar boven betalen of een lift zoeken. Heel toevallig zag Inti een mobilhome beschilderd met Franse vlaggen. Ze vroeg in het Frans of we mee naar boven mochten rijden en zo reden we mee. De mobilhome was van een Frans koppel met drie zeer jonge kinderen waarmee ze door Centraal- en Zuid-Amerika rond trokken. 


De vulkaan had 2 kraters waarvan er één actief was en waar rook en gassen uit kwamen. Ze vertelden ons boven dat we maar twee minuten boven mochten blijven voor de veiligheid, maar we bleven veel langer. Ook moesten we verplicht een helm dragen, het was voor ons alleen een raadsel waarvoor.

Heel de weg naar boven is verhard met op de top een grote parking. Niet echt het type vulkaan dat wij graag beklimmen, maar er waren ook toffe wandelpaden.

In de actieve krater zijn verschillende lagen grond te zien.



Plots stegen tientallen ofwel honderden 'zopilotes' (buizerden) op uit de bomen omdat er wandelaars passeerden.

Dit is het zicht op de tweede krater die niet meer actief is en volledig begroeid. Rondom de krater liep een wandelpad dat vaak stijl en uitdagend was.



Er stonden bordjes waarop stond dat de bepaalde paden niet mochten betreden maar dat zagen we pas als we van de andere kant van het pad naar beneden kwamen.



Na het vulkaan Masaya wilden we nog iets in de buurt gaan bezoeken. Hiervoor leek Laguna de Apoyo ons perfect. Dit is een zeer groot meer in een krater.
De wandeling ernaartoe was eveneens een verharde weg, maar was nog leuk om te doen.


Zowat in het midden van de wandeling stonden we stil om naar een aantal planten te kijken. De plotse schreeuw van een aantal apen, het fladderen van vogels,  het schudden van de bomen en een stevige wind,  deden me schrikken.
Floriaan daarentegen had precies niets gemerkt. "Dat geluid kwam ergens van daar" zei hij tegen me. Ik had kippenvel gekregen, maar we liepen dan gewoon terug door.



Eens beneden wilden we graag eens het water in. We gingen in één van de velen huisjes waar ze allerlei activiteiten voor de toeristen hebben. We vroegen of we daar onze dag konden doorbrengen.
De man aan de receptie begroette ons met een bedrukt gezicht en zei ons dat er vandaag niets door zou gaan in en rond het water. We kregen erbij de uitleg dat er net een kleine aardbeving had plaatsgevonden. Toen wist ik meteen dat dat hetgeen was wat ik had gevoeld.
Alle radio's stonden op en spraken van een aardbeving met een sterkte van 3,7. Om de 10jaar vond dit plaats en dit was dus de dag. Een beetje pech dat we na zo'n tocht het water niet in konden. Vermits een aantal bewoners begonnen te evacueren, gingen we maar ook direct terug door.



Meteen na het terugkomen van de Laguna gingen we naar Granada, een mooie stad waar we twee jaar geleden ook zijn geweest.
Het was hier héél warm en droog, dus was het vaak zoeken naar de schaduw.


Dit was het zicht vanuit ons hotelletje.

In Granada kwamen we een folder tegen waarin reclame werd gemaakt voor een boomhut. Deze lag aan de voet van vulkaan Mombacho en bood plaats voor trekkers om te overnachten. We kwamen hier 's morgens aan en wilden meteen de vulkaan beklimmen.






Met een aantal andere trekkers die we in de boomhut tegen kwamen hebben de vulkaan van 1200 meter volledig beklommen.

Vanop de vulkaan is in de verte Granada en het meer van Nicaragua te zien.

Er waren toffe wandelpaden zoals deze volledig uit de rots gehakt.

Helemaal boven zaten we in de wolken en hadden we geen uitzicht om van te genieten.


We konden geen krater zien, maar er kwamen wel zeer warme dampen naar boven.

Om de vulkaan af te dalen, besloten we gebruik te maken van een touwen parkoer. Dit was maar een deel van de vulkaan, dus moesten we nog steeds een groot stuk naar beneden stappen.


De we naar boven was ontzettend steil. Dit was vooral bij het afdalen pijnlijk te voelen.

dinsdag 31 juli 2012

Corinto

Met ons vier, Evi, Wesley, Floriaan en Inti, zijn we vier dagen samen weggeweest. De bedoeling was om een vulkaan te beklimmen. We vertrokken richting Léon, vermits Wesley het daar nog niet kende en omdat er daar in de buurt meerdere vulkanen liggen.

Onze plannen veranderden ter plaatse. We werden allebei ziek. Een paar minuten lopen was voldoende om helemaal op te zijn. Twee volle dagen zagen we niets anders dan de wc van het hotel.



Gelukkig had het hotel waar we verbleven ook een zwembad (de enige in héél Léon met deze luxe voor deze prijs).
Hierdoor hadden Evi en Wesley er toch nog iets aan. We hebben in Santo Tómas immers weinig zon gezien.


Na twee nachten in Léon voelden we ons gelukkig beter, maar nog niet berensterk om een vulkaan te kunnen beklimmen. Hierdoor besloten we om richting Corinto te gaan.
Corinto ligt aan de Pacifische oceaan en is de enigste plaats in Nicaragua die groot genoeg is voor een haven    die grote containerschepen kan ontvangen. Op internet lazen we over Corinto 'best seafood of Central America'. Dit sprak ons wel aan. Inti had haar pilletjes tegen een kreeftallergie ook gelukkig mee.

Op de volgende foto´s kunnen jullie het strand van Corinto zien.

Vanuit links: Wesley, Evi  en Floriaan.

Vanuit links: Wesley, Evi  en Inti.



In Corinto waren er nauwelijks auto´s te zien. Het meest gebruikte vervoermiddel van de bewoners waren fietsen. Wel waren er heel veel zware vrachtwagens op`bepaalde wegen die constant containers naar de haven af en aan voerden. 

We maakten vriendschap met 'taxi-chauffeur' die ons vieren verplaatste in heel Corinto. Hij bracht ons de tweede dag in Corinto naar het strand Paso Caballos. Dit was in de blakende hitte ongeveer 8km van Corinto. We wisten niet altijd goed of het niet te zwaar was, maar hij stond erop dat we altijd bleven zitten. Ook al sprong één van zijn vijf banden.

De weg naar Paso Caballos.

Het strand in Paso Caballos dat we niet verder mochten aflopen, omdat we daar gegarandeerd overvallen zouden worden  volgens iedereen die we daar tegenkwamen. Heel vriendelijk dat ze ons daar op wezen.
We hebben daar gebaad en gegeten in één van de hutjes.
Terug in Corinto hebben we vooral het centrum afgelopen.


Hier hebben we super lekkere 'batidos' (sapjes) gedronken. We waren allebei nog niet helemaal in orde, waardoor dit een paar keer onze maaltijd werd. We deelden vaak een bord, een extra bestek of bordje bijvragen is hier nooit een probleem. Maar toch...We hadden spijt dat we ons niet konden laten gaan in het eten (maar het was wel goedkoop).




In Managua, vanuit de taxi, zagen we een straatartiest aan het werk zoals we hier nog niet hadden gezien.




Terug in Santo Tomás konden we genieten van de frisse weer. In Léon en Corinto was het soms onaangenaam warm, zeker om te slapen.
De stierenfeesten waren ook begonnen in het dorp.


Hierboven zien jullie de jongeman die bij ons op de boerderij werkt. Hij genoot duidelijk van zijn vrije tijd en wij ook om hem bezig te zien.


Naar mate het einde naderde kwamen de beste stieren. De stier, genaamd 'El alacran' (de scorpioen) greep 'Chepe', onze werker.

Nadat hij hem de laatste keer in de lucht wierp, bleef hij roerloos liggen. We dachten iets heel ernstig. Na een paar seconden sprong hij toch terug levend recht. Hij kreeg direct 200córdobas van de organisatie omdat hij dapper de bekende stier had bespeeld en het publiek vermaakt.
De volgende dag verscheen hij bij ons thuis met een dikke kaak, waar de hoorn hem geraakt had. Pijn in zijn ribben, maar met een lach en met de vraag of we foto´s hadden kunnen nemen.




Een jongen die nog niet zo lang geleden kwam schilderen, blijkt nu de beste stier-rijder te zijn van het moment. Het publiek gaf hem zelfs geld voor zijn prestaties.

De velen verkopers ontbraken er ook niet aan.




De avocadoboom gaf dit jaar weer zijn zalige avocado´s. Deze zijn net rijp en gaan we nu als avondeten klaarmaken.
Morgen vertrekken we naar Managua en van daaruit gaan we met ons tweeën eindelijk een vulkaan beklimmen. Welke van allemaal weten we nog niet, dat vertellen we jullie als we terug zijn.